Als je uit balans raakt, kan dat allerlei vage klachten opleveren. Als je naar de huisarts gaat, is de kans bijna 100% dat je een medicijn wordt voorgeschreven. Ons huidige medische systeem werkt nou eenmaal zo: Er wordt een bakje gezocht waar je klachten in passen, en uit datzelfde bakje wordt het bijpassende medicijn gekozen. Beland je in het bakje “hormonale klachten”, dan krijg je hormonen voorgeschreven. Beland je in het bakje “schildklier” dan krijg je schildkliermedicatie. Het bakje “bloedsuiker” leidt in ernstige gevallen linea recta naar insuline spuiten.
Dat veel klachten in meerdere bakjes passen, daar is het systeem niet op ingericht. Je bezoekt een dermatoloog voor je eczeem. Dat je ook nog andere klachten hebt, wordt niet gezien als daarmee samenhangend. Opknippen in stukjes en voor elk stukje een medicijn. Dat hormonale problemen samenhangen met de schildklier en je bloedsuiker en dat ook darmklachten en huidklachten daar weer mee samenhangen, dat is teveel tegelijk. Dat kan ons over-versimpelde schema niet aan.
Dat medicijnen heel behulpzaam kunnen zijn als je ernstig uit balans bent, staat buiten kijf. Als het zo ver is gekomen dat er serieus ingrijpen nodig is, kan medicatie helpen het geschommel even te stoppen, en vanuit een stabiele(re) positie verder te zoeken. Echter, ons medisch systeem stopt daar vaak. Medicijn voorgeschreven, patiënt is stabiel, volgende patiënt. Het medisch stelsel heeft bovendien heel wat medicijnen waar afbouw van medicatie wordt ontraden. Begin er eenmaal aan, dan zal de arts je ontmoedigen ermee te stoppen. Daarom is het verstandig om medicijnen als absoluut laatste redmiddel te zien. Voor en na medicijngebruik ligt namelijk nog een heel scala aan mogelijkheden.